Ingrid
Hartje winter
1958
Ik tuimel de wereld in
“?{££!§..?y??”
Oef! Ik schrik
“Ik heb me van uitgang vergist”
Stemmen klinken schril
harde geluiden. Ik wil
mijn oren stoppen,
help
dat kan ik niet.
De school beangstigt
haar jaartallen en zee-engtes,
haar gebergten
ik zie er niet over,
haar blinde kaarten
haar veel te grote speelplaats.
Ik ben een kei in dagdromen
dat ben ik nog.
Ik droom werelden
bouw zonder plan.
IK LEEF IN KLEUREN.
Ingrid